Monument bij de bron van de rivier de Maas

Naar de bron van de Maas

De internationale Maasfietsroute biedt zo’n duizend kilometer fietsplezier in drie landen. Natuurlijk kon fietsjournalist Stefan Maas de route niet links laten liggen. Een olielamp ging mee op reis.

Tekst Stefan Maas beeld: Stefan Maas/Raymond Boekhout

Maas ontdekt de Maas. Het klinkt mooi om een fietsreis mee in te leiden. Maar het is zeker niet de eerste keer dat ik langs mijn naamgenoot rijd. Een fietsrit van de Vogezen naar Hilversum, jaren geleden, na een onverwacht afgebroken vakantie. Regelmatig kruiste de lome Maas mijn pad terwijl de zon uitbundig scheen. Soms was ie ver weg, onzichtbaar in een dal, en moest ik raden waar die liep.

Maar nu, eenmaal bij de monding van de rivier bij Hoek van Holland, is het decor anders. Het zand prikt in mijn ogen. Een straffe zuidwestenwind komt aangezeild vanuit de Noordzee en geselt fietsers op het pad langs de Nieuwe Waterweg. Alles is hier buiten proporties. Mega-schepen varen hier op weg naar mega-havens. Hoe anders moet het zijn bij de bron op het Franse platteland, zo’n duizend kilometer verderop?

De Maeslantkering in de Nieuwe Waterweg, vlak bij de start of finish van de Maasfietsroute

Gelukkig ontsnap ik al snel aan het havengebied. Na Rotterdam – als je voor de zuidelijke routevariant van de Maasfietsroute kiest – gaat het heerlijk langs de Oude Maas over een zoevend fietspad door het groen. Opeens is de grote stad ver weg. En dan ontdek je ook weer eens hoeveel vaarten, kanalen en rivieren Nederland doorsnijden en opdelen. De komende dagen gaat het heen en weer met diverse pontjes. Ze hebben wel een nadeel, want na zessen heb je kans dat het pontje niet meer vaart en komt er abrupt een einde aan je dagtocht.

Kippen en hangbuikzwijnen

De lange-afstandsfietsroutes LF3 en LF 12 leiden me verder langs de Maas in Nederland. Fietsbordjes staan keurig op de juiste plek, een gps is hier overbodig. Het rivierenlandschap is gezegend met prettige clichés. Uiterwaarden, traag passerende schepen, de weidse uitzichten. Langs de slingerende dijken scharrelen kippen, hangbuikzwijnen en konijnen rond. Iedere dijkbewoner lijkt een hobbyboer te zijn.

Landschap langs de uiterwaarden, als ik aan Holland denk...

In supermarkten maakt het ‘Hollands’ plaats voor Brabants en later de Limburgse tongval. En de route blijft maar slingeren langs dat glinsterende lint. Op die manier kom je wel aan duizend kilometer. In de bivakzone Solt bij Opitter in Belgisch Limburg spoel ik het zweet van een lange fietsdag weg met opgepompt grondwater. Het is een heerlijke open plek in een bos: de vogels zingen er tot laat in de avond.

Een fietser rijdt het bivak binnen tijdens dat concert: Raymond. Met z’n tweeën gaan we het resterende deel van de route rijden. Boven op de bagagedrager heeft hij een oude olielamp. We besluiten die uiteindelijk bij de bron van de Maas achter te laten, als een baken voor de Maasfietsers.

Zone industrielle

Luik betekent een nieuw hoofdstuk in de route. Vroeger wrong al het doorgaande noord-zuid-autoverkeer zich door het stadscentrum langs de rivier. Sinds de openstelling van de Tunnel de Cointe in 2000 is dat niet meer het geval. Nu zijn het fietsers die zich langs de Maas wringen via een autovrij pad. Het is een fantastische manier om het centrum te doorkruisen. Bruggen passeren regelmatig de revue, zodat je makkelijk naar het centrum kunt oversteken.

Toen de mijnbouw en staalindustrie in Luik dertig jaar geleden in elkaar stortten, kreeg de stad klappen. Armoede en verval zetten in, het aantal drugsverslaafden groeide. Gelukkig vond Luik de weg weer omhoog. Er zijn minder werklozen en meer hippe barretjes en restaurantjes.

Maar de oude industrie blijft de omgeving domineren. Grote, half vervallen fabrieken, armoedig uitziende arbeidershuizen; het zijn de relikwieën uit de industrietijd. Ook rijden we langs de koeltorens van kerncentrale Tihange. Je kunt die industriële merktekens niet zomaar uitgummen: ze behoren tot het dna van dit gebied.

Fietsen naar de citadel van Namen, de stad ligt aan je voeten. Een van de highlights van de Maasfietsroute

Maasfietsroute door de Franse Ardennen

Eenmaal uit de greep van de industriële zone, toont de Maasfietsroute het meer lieflijke deel van Wallonië. Uiteraard fietsen we omhoog naar de citadel van Namen en bewonderen de vesting van Dinant. Voor we het weten bereiken we al de Franse Ardennen. Dit is ongetwijfeld het mooiste deel van de route; de Maas kronkelt hier als een slang langs de heuvels. Van Givet aan de Franse grens tot aan Sedan is over een lengte van 121 km een prachtig fietspad aangelegd met de naam Trans-Ardennes.

“This is heaven,” zegt een Schotse fietser als we die passeren. Samen met zijn vriendin maakt hij hier elke vakantiedag uitstapjes met de fiets. Thuis in Schotland kunnen ze nauwelijks gebruikmaken van fietspaden. En de Schotse automobilisten gedragen zich aweful ten opzichte van fietsers. Is dit inderdaad de fietshemel? Groene heuvels, een fietspad en de Maas die bij mooi weer de gebouwen weerspiegelt. Ik kan er vrede mee hebben. Veel Nederlandse ‘pensionado’s’ hebben dit stukje Frankrijk overigens per boot ontdekt. We zien ze bij de aanlegplaatsen in dorpen; een Nederlands leger van gepensioneerden dobbert elke zomer rond op de Maas.

Verdun

Na het gezegende Trans-Ardennes-fietspad wijzen bordjes met ‘nord’ en ‘sud’ ons de weg via meer doorgaande wegen. De verkeersdrukte neemt opeens toe bij Verdun, bekend van de grootste veldslag uit de wereldgeschiedenis. Honderdduizenden soldaten zijn hier afgeslacht tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Een groot monument in het centrum herdenkt de overwinning van de Fransen. De historie van Verdun trekt natuurlijk ook een aparte categorie fietstoeristen aan. Bij de plaatselijke super ontmoeten we twee Nederlanders. Ze struinen op oude barrels de voormalige slagvelden af op zoek naar bomscherven en achtergelaten uitrusting. En zoiets doe je nu eenmaal makkelijker op de fiets dan met een auto.

Even bijkomen bij de Maas, die steeds smaller wordt

Maasfietsroute met of zonder l’alcool

We duiken dieper Frankrijk in. Het ene na het andere uitgestorven dorpje passeert de revue langs de Maasfietsroute. We zijn na 130 km op de teller op zoek naar een barretje om de dorst te lessen. Maar dat is niet zo simpel. “De l’alcool?” vragen we in het zoveelste dorpje waar we wél iemand op straat zien. De man schudt het hoofd. Ja, zeven kilometer verderop is er iets. Maar eigenlijk willen we geen kilometer verder rijden. Hij draait zich om en loopt snel naar binnen: we krijgen even later elk twee bierflesjes toegestopt om de ergste dorst te lessen. Nee, hij hoeft daarvoor geen geld te hebben. Blijkbaar is onze glimlach voldoende.

Natuurlijk weten we dat het Franse platteland relatief weinig voorzieningen heeft, vergeleken met Nederland. Maar dit verrast ons toch wel. Tijdig de voorraad aanvullen in de wat grotere plaatsen, is dan ook het devies. Daar vind je vaak ook diverse grote supermarkten, met een breed aanbod.

Net als het aanbod aan voorzieningen, slinkt ook het volume van de Maas. Van ‘fietsen langs de Maas’ is geen sprake meer. Regelmatig kruisen we nog de rivier, maar zelden loopt de weg langs het water. Het kan maar één ding betekenen: de bron kan niet zo heel ver weg meer zijn.

Eindelijk, de finish van de Maasfietsroute bij de bron van de Maas

Bronwater

Bijna rijden we het eindpunt nog voorbij. In een flits herken ik het monument van het plaatje op internet. De bron is een putje met helder Maaswater onder aan het monument ter ere van de rivier. Een plantsoentje omringt deze ‘heilige’ plek. Voor de bezoekers zijn zelfs enkele nano-tuintjes aangelegd, waar je zelf groenten of kruiden kunt plukken.

De Maas begint met één druppel, duizend kilometer verderop heb je een grote rivier. Wij begonnen met één trap op een pedaal en staan nu bij de bron. Als je maar volhoudt, wordt het vanzelf wel iets. Heel lang blijven we er niet hangen. Het is al na achten en frisjes. En afgezien van het monument is er bij de bron ook niet zo veel te beleven.

Pas achteraf beseffen we dat we helemaal vergeten zijn de lamp bij het monument achter te laten. Als alternatief hangen we deze in een boom in een bos, een paar kilometer verderop. Daar zwaait ie waarschijnlijk nog steeds heen en weer. Wie ‘m vindt, krijgt een oorkonde. Echt waar.

Info internationale Maasfietsroute

Zie: www.maasfietsroute.eu

De internationale Maasfietsroute, van Maastricht naar Langres, Paul Benjaminse, juni 2017